- Zuigelingen met een voorkeurshouding, afgeplat hoofd (plagiocephalometrie of bragiocephalometrie)
- Onrustige baby’s, huilbaby’s
- Motorische ontwikkelingsachterstand (billenschuivers en andere bijzondere vormen van voortbewegen)
- Aandoeningen bij jonge kinderen van 0-2 jaar (Erbse parese, hoge of lage spierspanning, spasticiteit, enz.)
Andere doelgroepen
Sinds kinderen in Nederland op de rug moeten slapen in verband met het voorkómen van wiegendood ontwikkelen veel kinderen een voorkeurshouding. Deze kinderen liggen het liefst met hun hoofd altijd naar dezelfde kant. Hierdoor kan het hoofdje van het kind afgeplat worden en/of scheef groeien. Door oefeningen en adviezen in de thuissituatie te geven, kunnen wij de klachten doen verminderen. Door het hoofdje te meten, kunnen we de mate van scheefheid en/of platheid bepalen. We kunnen dan een prognose geven voor het herstel. Soms ligt de oorzaak in een spier in de nek of aan een heupprobleem of is er een neurologische oorzaak. Er wordt indien nodig doorverwezen voor verder onderzoek.
Soms ontwikkelen kinderen zich vertraagd. Meestal is er niets aan de hand en volgt het kind net zoals bij de groei zijn eigen ontwikkeling. Als de ontwikkeling té langzaam gaat, of als het kind gefrustreerd raakt, omdat het niet kan wat het wil, kan het goed zijn om het kind door ons te laten onderzoeken.
Wij kijken of er sprake is van een ontwikkelingsachterstand en we kijken naar de manier waarop het kind beweegt. Soms is het kind wat slap of stijf en heeft het extra oefeningen nodig. Vaak kan er, door in de thuissituatie praktische adviezen te geven, door bewustzijn dus al een opmerkelijke verbetering optreden.
Bij zuigelingen bestaat de behandeling voor een groot deel uit hanterings- en speladviezen aan ouders. Je kunt op die manier de behandeling in de dagelijkse verzorging betrekken. In de regel vindt de behandeling plaats in de thuissituatie. Indien gewenst worden er door ons instructies en adviezen aan het kinderdagverblijf gegeven.